sample

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sam·ple
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘staaltje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1967 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord sample samples
verkleinwoord sampletje sampletjes

Zelfstandig naamwoord

sample m

  1. voorbeeld
    • Het parfumbedrijf bood een gratis sample aan. 

Werkwoord

vervoeging van
samplen

sample

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samplen
    • Ik sample. 
  2. gebiedende wijs van samplen
    • Sample! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samplen
    • Sample je? 
  4. aanvoegende wijs van samplen

Gangbaarheid

  • Het woord sample staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
  • IPA: /ˈsæmpəl/
enkelvoud meervoud
sample samples

Zelfstandig naamwoord

sample

  1. voorbeeld
vervoeging
onbepaalde wijs to sample
he/she/it samples
verleden tijd sampled
voltooid
deelwoord
sampled
onvoltooid
deelwoord
sampling
gebiedende wijs sample

Werkwoord

sample

  1. proeven


Noors

Zelfstandig naamwoord

sample

  1. verouderde spelling of vorm van sampel van vóór 2005
enkelvoud meervoud
naamwoord sample samples
verkleinwoord sampletje sampletjes

(onzijdige onbepaalde vorm nominatief enkelvoud)

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.