sabberen
Nederlands
Woordafbreking
- sab·be·ren
Woordherkomst en -opbouw
- frequentatief gevormd uit zabben met het achtervoegsel -el
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sabberen |
sabberde |
gesabberd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
sabberen
- knoeien of kliederen
- Laat hem maar even een sabberen.
Gangbaarheid
- Het woord sabberen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sabberen' herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.