ruggelings
Nederlands
Woordafbreking
- rug·ge·lings
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘op de rug, achterover’ voor het eerst aangetroffen in 1666 [1]
- afgeleid van rug met het achtervoegsel -lings met het invoegsel -e- [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | ruggelings |
verbogen | ruggelingse |
partitief | ruggelings |
Gangbaarheid
- Het woord ruggelings staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ruggelings' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.