rotzorg
Nederlands
Woordafbreking
- rot·zorg
Zelfstandig naamwoord
rotzorg v/m [1]
- slechte (medische) zorg
- Rotzorg: next.checkt: In Nederland is de prijs-kwaliteitverhouding van de gezondheidszorg zwaar onder de maat. [2]
Uitdrukkingen en gezegden
- (informeel) het zal me een rotzorg zijn
het kan met niets schelen, ik vind het prima, ik heb er geen belangstelling voor
- Op zijn beurt geraakte Froome bij een demarrage niet verlost van Quintana en co. De gele trui bleek op Plateau de Beille minder superieur dan in de eerste Pyreneeënetappe. Maar dat zal hem een rotzorg wezen. Netjes op een rijtje kwamen alle topfavorieten op 6’45” van Rodriguez samen over de streep. En zo verlaat Froome de Pyreneeën met een voorsprong van drie minuten en meer op zijn belangrijkste concurrenten. [3]
- Die hokjesgeest nieuwe stijl wordt vast geen probleem bij de Koale Karmis, later dit jaar in Ootmarsum, na 20 bier. Want bij hoge nood zal het figuurtje op de wc-deur iedereen een rotzorg zijn. [4]
Gangbaarheid
- Het woord rotzorg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rotzorg' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Victor Lamme 13 april 2012
- de Standaard 16/juli/2015 door Maarten Delvaux
- Tubantia René Rorink 07-augustus-2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.