rondlopen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rond·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rondlopen
liep rond
rondgelopen
klasse 7 volledig

Werkwoord

rondlopen

  1. ergatief een gesloten kromme lopend volmaken
    • Ze zijn al drie keer rondgelopen en moeten nog twee rondjes. 
  1. inergatief herhaaldelijk ongericht lopen door een bepaald gebied
    • Er lopen daar vaak een paar reeën rond. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rondlopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.