roering
Nederlands
Woordafbreking
- roe·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roering | roeringen roerings |
verkleinwoord | roerinkje | roerinkjes |
Zelfstandig naamwoord
roering v
- opschudding ('reuring') [2]
- (scheepvaart) bekleding rond de ring van een anker [3]
Hyponiemen
- ankerroering, dijkroering, grasroering
Gangbaarheid
- Het woord roering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'roering' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.