ritus

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ri·tus
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘geheel van rituele gebruiken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1844 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord ritus ritussen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

ritus m [3]

  1. geheel van ceremoniële, gewoonlijk godsdienstige gebruiken
  2. (religie) voorgeschreven wijze waarop een liturgische handeling verricht wordt
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord ritus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.