ritsig

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • rit·sig
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Middelnederlands rille als koorts met het achtervoegsel -ig [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ritsigritsigerritsigst
verbogen ritsigeritsigereritsigste
partitief ritsigsritsigers-

Bijvoeglijk naamwoord

ritsig [2]

  1. seksueel opgewonden
    • Het ritsige rund stond in de wei. 
Synoniemen

Gangbaarheid
  • Het woord ritsig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
21 %van de Nederlanders;
42 %van de Vlamingen.

Verwijzingen
  1. ritsig op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.