rijd vooruit
Nederlands
Woordafbreking
- rijd voor·uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vooruitrijden |
rijd (...) vooruit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitrijden
- Ik rijd vooruit.
- gebiedende wijs van vooruitrijden
- Rijd vooruit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitrijden
- Rijd je vooruit?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.