revers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  revers    (hulp, bestand)
  • IPA: /rə'vɛr/
Woordafbreking
  • re·vers
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kraagomslag van een jas’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • Leenwoord uit het Frans.
enkelvoud meervoud
naamwoord revers -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

revers m

  1. de keerzijde van munten of waardepapier
    • Op de revers van een munt is een afbeelding te zien. 
  1. een op- of omslag aan de voorzijde van een jas of vest
    • Doordat hij zijn koffie morste, is zijn hele revers vies geworden. 

Gangbaarheid

  • Het woord revers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • re·vers

Zelfstandig naamwoord

revers

  1. genitief onbepaald mannelijk meervoud van rev
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.