retoriek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·to·riek
enkelvoud meervoud
naamwoord retoriek retorieken
verkleinwoord retoriekje retoriekjes

Zelfstandig naamwoord

retoriek v

  1. de leer van de welsprekendheid
    • Er zijn zeker mensen die zich met retoriek bezighouden. 
    • Natuur- en milieuliefhebbers hebben dit soort retoriek nooit helemaal achter zich gelaten. Recentelijk spraken bijvoorbeeld de Britse tv-persoonlijkheid David Attenborough en chimpansee-onderzoeker Jane Goodall zich nog uit tegen bevolkingsgroei. Ze waarschuwen tegenwoordig vooral voor de effecten ervan op klimaatverandering. [1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord retoriek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Volkskrant Hidde Boersma18 januari 2019 Bevolkingsgroei maakt een welvarend en groen Afrika mogelijk
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.