retoriek
Nederlands
Woordafbreking
- re·to·riek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | retoriek | retorieken |
verkleinwoord | retoriekje | retoriekjes |
Zelfstandig naamwoord
retoriek v
- de leer van de welsprekendheid
- Er zijn zeker mensen die zich met retoriek bezighouden.
- Natuur- en milieuliefhebbers hebben dit soort retoriek nooit helemaal achter zich gelaten. Recentelijk spraken bijvoorbeeld de Britse tv-persoonlijkheid David Attenborough en chimpansee-onderzoeker Jane Goodall zich nog uit tegen bevolkingsgroei. Ze waarschuwen tegenwoordig vooral voor de effecten ervan op klimaatverandering. [1]
Gangbaarheid
- Het woord retoriek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'retoriek' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Volkskrant Hidde Boersma18 januari 2019 Bevolkingsgroei maakt een welvarend en groen Afrika mogelijk
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.