retailer
Nederlands
![](../I/m/Opdracht_Financieel_Dagblad_%2C_Albert_Heyn%2C_Bestanddeelnr_934-0417.jpg)
retailer
Woordafbreking
- re·tai·ler
Zelfstandig naamwoord
retailer m
- handelaar die direct aan de eindverbruiker verkoopt
- De grootverdieners zijn toch echt de supermarkten, zegt hij. Wolbrink verwijst subtiel naar Jumbo-baas Frits van Eerd. "Daarom zie je ook nooit een pluimveehouder Parijs-Dakar rijden en een retailer wel." [1]
- Blokker laat in een verklaring weten dat Bijvoet het vertrouwen heeft van de aandeelhouders, de familie Blokker. Hij moet in zijn nieuwe functie de verkopen opkrikken en de winstmarges verbeteren. "Ludo Bijvoet is een ervaren retailer en was betrokken bij de uitvoering van de strategie die Blokker Holding in mei 2017 heeft ingezet", zegt president-commissaris en waarnemend topman van de holding Michiel Witteveen. [2]
- Volgens directeur Richard Flint van Hema Internationaal ontwikkelt de Nederlandse warenhuisketen zich steeds meer tot een internationaal opererende retailer. "We zien een toenemende vraag naar ons concept vanwege de onderscheidenheid van ons merk. Onze producten kennen een 'Dutch design', zijn scherp geprijsd en hebben een goede kwaliteit." [3]
Hyponiemen
- onlineretailer
Gangbaarheid
- Het woord retailer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'retailer' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia E. den Hollander 13 september 2018 Bruine eieren niet gezonder dan witte, wel veel duurder
- Tubantia 14 juni 2018 Xenos-topman Ludo Bijvoet nieuwe directeur van winkelketen Blokker
- Tubantia 11 september 2018 Hema opent eerste shop-in-shop in Londen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.