rekker

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rek·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van rekken met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord rekker rekkers
verkleinwoord rekkertje rekkertjes

Zelfstandig naamwoord

rekker m [1]

  1. voorwerp waarmee men iets kan rekken
Hyponiemen
  • handschoenenrekker, handschoenrekker, schoenrekker

Gangbaarheid

  • Het woord rekker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • rek·ker
Naar frequentie 1660

Zelfstandig naamwoord

rekker

  1. nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van rekke

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • rek·ker

Zelfstandig naamwoord

rekker

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van rekke
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.