reken aan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ken aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanrekenen

reken aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrekenen
    • Ik reken aan. 
  2. gebiedende wijs van aanrekenen
    • Reken aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrekenen
    • Reken je aan? 

Gangbaarheid

  • Het woord reken aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.