regentaat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·gen·taat
Woordherkomst en -opbouw
    enkelvoud meervoud
    naamwoord regentaat regentaten
    verkleinwoord

    Zelfstandig naamwoord

    regentaat o

    1. (verouderd) Vlaamse titel: tweedegraads onderwijsbevoegdheid; onderwijsbevoegdheid voor de eerste drie jaar van de middelbare school de nieuwe term is "professionele bachelor (baccalaureus) in onderwijs"
      • Frank Deboosere studeerde natuurkunde en later regentaat Nederlands, Engels en geschiedenis. In 1987 nam hij op achtentwintigjarige leeftijd de presentatie van het weerbericht over van Armand Pien, samen met zijn vrouw Hilde Simons, Georges Küster en Bob De Richter. Sinds 1997 presenteert hij 'Het weer' afwisselend met Sabine Hagedoren. [1] 
      • Hoet trok naar de kunstacademie, maar werd van de school gegooid omdat hij liever bij de kunstenaars in het atelier rondhing dan naar de lessen ging. Hij trekt daarop naar de Rijksnormaalschool in Gent, waar hij het regentaat in de plastische kunsten behaalde. [2] 
      • Anderzijds erkent de topvrouw van het katholiek onderwijs dat er knelpunten zijn. ‘Vele jonge leerkrachten haken af. Dat moet ons tot nadenken stemmen. Er heerst een sfeertje van ‘Probeer eerst unief. Volg filologie. Als dat niet lukt kun je nog voor het regentaat gaan’. Dat is niet goed.' [3] 
    Verwante begrippen
    Afgeleide begrippen
    • regentaatsopleiding

    Gangbaarheid

    • Het woord regentaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
    12 %van de Nederlanders;
    90 %van de Vlamingen.

    Meer informatie

    Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.