reed vooruit
Nederlands
Woordafbreking
- reed voor·uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vooruitrijden |
reed (...) vooruit
- enkelvoud verleden tijd van vooruitrijden
- Ik reed vooruit.
- Jij reed vooruit.
- Hij, zij, het reed vooruit.
- Ik reed vooruit.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.