redeneren
Nederlands
Woordafbreking
- re·de·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
redeneren |
redeneerde |
geredeneerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
redeneren
- inergatief trachten een logisch samenhangend betoog te houden
- Er werd geredeneerd dat stimulering van de economie de staatsschulden nog groter zou maken.
Hyponiemen
- beredeneren, doorredeneren, voortredeneren, wegredeneren
Gangbaarheid
- Het woord redeneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'redeneren' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.