recenseren
Nederlands
Woordafbreking
- re·cen·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bespreken van kunstwerken in krant’ voor het eerst aangetroffen in 1788 [1]
- afgeleid van het Franse recenser (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
recenseren |
recenseerde |
gerecenseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
recenseren
- overgankelijk een beoordelend verslag schrijven, meestal van een culturele gebeurtenis
- Lange tijd recenseerde Paul muziek voor het Nieuwsblad van het Noorden.
Vertalingen
1. een beoordelend verslag schrijven, meestal van een culturele gebeurtenis
Gangbaarheid
- Het woord recenseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'recenseren' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.