rationaliteit
Nederlands
![](../I/m/Cogito_Ergo_Sum_Tours.jpg)
René Descartes: Cogito Ergo Sum: Ik denk dus ik ben
Woordafbreking
- ra·ti·o·na·li·teit
Zelfstandig naamwoord
rationaliteit v [1]
- consistent handelen op basis van de rede
- Frits Spits, die woensdagavond te gast was, noemde het aan tafel een opportunistische beslissing van het zendermanagement van RTL. "Ik vind dat de laatste tijd in de kranten tegenover dit programma en jou een hetze is gevoerd waar ik de rationaliteit geen moment van heb begrepen."[2]
- Vastgoed en met name de woningmarkt is gewoon een veilige belegging in vergelijking met de opgeblazen aandelenmarkt waar de rationaliteit zoek is”, luidt een reactie.[3]
Synoniemen
- verstandelijkheid, redelijkheid
Gangbaarheid
- Het woord rationaliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rationaliteit' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Het Parool 1 MAART 2018 Humberto Tan weg bij RTL Late Night, Twan Huys opvolger
- de Telegraaf 07 sep. 2017 Uitslag stelling: ’Stad wordt zo onleefbaar’
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.