publiekelijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pu·blie·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen publiekelijkpubliekelijkerpubliekelijkst
verbogen publiekelijkepubliekelijkerepubliekelijkste
partitief publiekelijkspubliekelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

publiekelijk

  1. in het openbaar, ten overstaan van toeschouwers
    • Hij werd getrakteerd op een publiekelijke schoffering. 

Gangbaarheid

  • Het woord publiekelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.