puberaal
Nederlands
Woordafbreking
- pu·be·raal
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | puberaal | puberaler | puberaalst |
verbogen | puberale | puberalere | puberaalste |
partitief | puberaals | puberalers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
puberaal
- behorende tot, zich voordoend bij pubers
- Die puberale wijzigingen hangen me ontzettend de keel uit.
Bijwoord
puberaal
- op puberale wijze
- Jongen, doe toch niet zo puberaal.
Gangbaarheid
- Het woord puberaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'puberaal' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.