psalter
Nederlands
Woordafbreking
- psal·ter
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘Boek der Psalmen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | psalter | psalters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
psalter o [3]
- (muziekinstrument) oud snaarinstrument, voorloper van het hakkebord
- (religie) psalmboek
Gangbaarheid
- Het woord psalter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.