pronk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pronk
enkelvoud meervoud
naamwoord pronk -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

pronk m [1] [2]

  1. praal, opzettelijk en opzichtig vertoon
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
pronken

pronk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pronken
    • Ik pronk. 
  2. gebiedende wijs van pronken
    • Pronk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pronken
    • Pronk je? 

Gangbaarheid

  • Het woord pronk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.