preventie
Nederlands
Woordafbreking
- pre·ven·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘het voorkomen’ voor het eerst aangetroffen in 1503 [1]
- Naamwoord van handeling van preveniëren met het achtervoegsel -tie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | preventie | preventies |
verkleinwoord | - | - |
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- preventiebeleid, preventief, preventiemedewerker, preventiemogelijkheden
Gangbaarheid
- Het woord preventie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'preventie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.