prematuur
Nederlands
Woordafbreking
- pre·ma·tuur
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vroegtijdig’ voor het eerst aangetroffen in 1635 [1]
- afgeleid van het Franse prémature (met het voorvoegsel pre-) [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | prematuur | prematuurder | prematuurst |
verbogen | premature | prematuurdere | prematuurste |
partitief | prematuurs | prematuurders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
prematuur
- Stop toch met het maken van die premature conclusies!
- (medisch) te vroeg geboren
- Hier ligt een prematuur kind.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- prematuriteit
Gangbaarheid
- Het woord prematuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'prematuur' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.