prefabriceren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·fa·bri·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
prefabriceren
prefabriceerde
geprefabriceerd
zwak -d volledig

Werkwoord

prefabriceren

  1. (techniek) overgankelijk in de fabriek zo vervaardigen dat het op de bouwplaats in elkaar kan worden gezet [1]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord prefabriceren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.