pipetteren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pipetteren    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˌpi.pɛ.ˈtɪː.rə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˌpi.pɛ.ˈteː.rə(n)/
    • (Limburg): /ˌpɪ.pɛ.ˈteː.rə(n)/
Woordafbreking
  • pi·pet·te·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pipetteren
pipetteerde
gepipetteerd
zwak -d volledig

Werkwoord

pipetteren

  1. overgankelijk, (scheikunde) met een pipet vloeistof overbrengen
    • Kan je in die flesjes 25 milliliter demiwater pipetteren? 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pipetteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.