pikzwart
Nederlands
Woordafbreking
- pik·zwart
Bijvoeglijk naamwoord
pikzwart
- (intensief) heel zwart, absoluut donker
- Het was een maanloze, pikzwarte nacht.
- Zijn zwarte gezicht met de dikke lippen joeg de omstanders schrik aan, en ze deinsden terug voor de pikzwarte ogen, waartegen het oogwit opvallend afstak. [1]
Vertalingen
1. heel zwart
Gangbaarheid
- Het woord pikzwart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pikzwart' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Thea Beckman en Jan Wesseling (1991). Het wonder van Frieswijck. Amsterdam: CPNB. ISBN 90-70066-92-0
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.