pietepeuterig
Nederlands
Woordafbreking
- pie·te·peu·te·rig
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘overdreven nauwkeurig’ voor het eerst aangetroffen in 1910 [1]
- afgeleid van pietepeuter (stam van het werkwoord pietepeuteren) met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pietepeuterig | pietepeuteriger | pietepeuterigst |
verbogen | pietepeuterige | pietepeuterigere | pietepeuterigste |
partitief | pietepeuterigs | pietepeuterigers | - |
Afgeleide begrippen
- pietepeuterigheid
Gangbaarheid
- Het woord pietepeuterig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pietepeuterig' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.