pietepeuter
Nederlands
Woordafbreking
- pie·te·peu·ter
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pietepeuteren |
pietepeuter
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pietepeuteren
- Ik pietepeuter.
- gebiedende wijs van pietepeuteren
- Pietepeuter!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pietepeuteren
- Pietepeuter je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.