pendelaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pen·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van pendelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud meervoud
naamwoord pendelaar pendelaren
pendelaars
verkleinwoord pendelaartje pendelaartjes

Zelfstandig naamwoord

pendelaar m

  1. iemand die bij herhaling heen en weer rijdt
    • De pendelaar reed iedere dag op en neer naar zijn werk 20 km verderop.  
  1. (beroep) wichelroedeloper
    • De pendelaar was op zoek naar de waterbron maar vond haar niet.  

Gangbaarheid

  • Het woord pendelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.