peignoir

Nederlands

nachtgewaad voor een vrouw
ochtendjas, badjas
Uitspraak
Woordafbreking
  • peig·noir
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ochtendjas’ voor het eerst aangetroffen in 1697 [1]
  • uit het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord peignoir peignoirs
verkleinwoord peignoirtje peignoirtjes

Zelfstandig naamwoord

peignoir m [3]

  1. (kleding) nachtgewaad voor vrouwen
    • Sarah Vandeursen is de eerste in de reeks vroege gesprekken die de deur openmaakt in peignoir. Het is geen mooie peignoir. Dun en vleeskleurig, meegenomen uit een hotel in Tokio. Haar ‘Goeiemorgen, kom binnen’ klinkt lief en hartelijk. Terwijl ik alleen maar kan denken: ze heeft toch wel iets aan onder die kamerjas? [4] 
  1. (kleding) ochtendjas, badjas die je over een pyjama draagt
    • Carnival deed na het incident de mededeling via een Tweet: 'Uiteraard zijn de gebruikte badjassen gratis'. Maar dit bericht werd niet echt op gejuich onthaald. 'Wie wil er nu een stinkende peignoir', reageerde een skeptische gebruiker op Twitter. 'Wow, hoe genereus', luidde een andere repliek. [5] 
Synoniemen
Antoniemen
    Vertalingen

    Gangbaarheid

    • Het woord peignoir staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
    86 %van de Nederlanders;
    93 %van de Vlamingen.

    Meer informatie

    Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.