patrouilleren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·trouil·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
patrouilleren
patrouilleerde
gepatrouilleerd
zwak -d volledig

Werkwoord

patrouilleren

  1. verkennen
    • De soldaten patrouilleerden in de oproerige streek 
Verwante begrippen
  • patrouille, patrouilleopdacht, patrouilleschip, patrouillevaartuig, patrouillevliegtuig, patrouillevlucht, patrouillewagen
Afgeleide begrippen
  • patrouillering
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord patrouilleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.