partikel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • par·ti·kel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘deeltje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1339 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord partikel partikels
verkleinwoord partikeltje partikeltjes

Zelfstandig naamwoord

partikel o

  1. klein deeltje
  2. (grammatica) een klein onverbogen woord waarmee een bepaalde grammaticale categorie wordt aangeduid.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord partikel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.