pandoeren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pan·doe·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pandoeren
pandoerde
gepandoerd
zwak -d volledig

Werkwoord

pandoeren [2]

  1. (spel) onovergankelijk pandoer (kaartspel) spelen
Afgeleide begrippen


Zelfstandig naamwoord

pandoeren mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pandoer

Gangbaarheid

  • Het woord pandoeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
47 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.