pamper
Nederlands
Uitspraak
- [1] Geluid: pamper (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpɛmpər /
- [2] Geluid: pamper (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpɑmpər /
Woordafbreking
- pam·per
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘wegwerpluier’ voor het eerst aangetroffen in 1989 [1]
- [1] van de Engelse merknaam Pampers afgeleid van het werkwoord to pamper
- [2] van (of cognaat met) Portugees pampo
[1] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | pamper | pampers |
verkleinwoord | pampertje | pampertjes |
Zelfstandig naamwoord
pamper m
- wegwerpluier van kunststof die veel vocht kan opnemen
- Tante '72: - Jongen ik heb jou nog een schone luier omgedaan.
Tante '82: - Jongen ik heb jou nog een schone pamper omgedaan. [2]
- Tante '72: - Jongen ik heb jou nog een schone luier omgedaan.
- (vissen) soort horsmakreel die voorkomt in de Caraïben Trachinotus falcatus
- Licht verbasterd Nederlands is: Hèring van haring; hustu van oester, jaru van jager, kabejou van kabeljauw; kanolchi van knolletje; kleinveesj van klein visje; konevees van koningsvis; kreef van kreeft; makré van makreel; mulé van mulatvis; ombekeim van onbekend; pampu van pamper; robekki van roodbekje; rok van rog; ronkop van ronde kop; saldinchi van sardientje; stelchi van steeltje; tienponnie van tenponder. [3]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pamperen |
pamper
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pamperen
- Ik pamper.
- gebiedende wijs van pamperen
- Pamper!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pamperen
- Pamper je?
Gangbaarheid
- Het woord pamper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pamper' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "pamper" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Kooten, K. van & W, de Bie "1982. De Voorkanten" in: Het groot bescheurboek. Een bloemlezing van de tussen 1973 en 1986 verschenen Bescheurkalenders. (1986) De Harmonie, Amsterdam; p. 215; geraadpleegd 2017-08-09
- "Sambumbu. Visnamen" in: Amigoe di Curacao jrg. 83 nr. 226 (30 september 1966); p. 4 kol. 5; geraadpleegd 2017-08-09
Engels
Uitspraak
- IPA: /ˈpæmpə(ɹ)/
Woordherkomst en -opbouw
- cognaat met Nederlands pamperen of pampelen
Werkwoord
pamper
- verwennen, vertroetelen
Noors
Woordafbreking
- pam·per
Zelfstandig naamwoord
pamper, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van pamp
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.