pakaan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pakaan    (hulp, bestand)
  • IPA: /pɑkˈan/
Woordafbreking
  • pak·aan
Woordherkomst en -opbouw
  • zelfstandig gebruik van de gebiedende wijs van aanpakken [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord pakaan pakaan's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

pakaan

  1. iets wat je kan vastgrijpen, handgreep, leuning
  2. iemand die meteen goed aan het werk gaat

Gangbaarheid

  • Het woord pakaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
24 %van de Nederlanders;
24 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.