paaitijd
Nederlands
Woordafbreking
- paai·tijd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van paai ww en tijd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paaitijd | paaitijden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
paaitijd m
- (biologie) tijd van het jaar dat vissen zich voortplanten
- De paaitijd van deze soort is in het voorjaar.
Gangbaarheid
- Het woord paaitijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'paaitijd' herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.