overwinteren
Nederlands
Woordafbreking
- over·win·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van over en winteren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overwinteren |
overwinterde |
overwinterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
overwinteren
- inergatief de winter op een bepaalde plaats doorbrengen
- Veel trekvogels gebruiken de streek als plek om te overwinteren.
Gangbaarheid
- Het woord overwinteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overwinteren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.