overreden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·re·den
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘overtuigen’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
  • van Middelhoogduits überreden, cognaat met Duits überreden; de onderdelen over en rede met het achtervoegsel -en zijn hier in te herkennen[2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overreden
overreedde
overreed
zwak -d volledig

Werkwoord

overreden

  1. overhalen, overtuigen
    • Hij laat zich, ondanks tegenzin, door haar overreden om een gedane belofte na te komen en is bereid zijn oordeel over het volk van de bouwheer bij te stellen. [3]

Werkwoord

vervoeging van
overrijden

overreden

  1. meervoud verleden tijd van overrijden
    • Wij overreden. 
    • Jullie overreden. 
    • Zij overreden. 
  2. voltooid deelwoord van overrijden
    • Haar voet wordt overreden door de terreinwagen. [4]
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
overrijden

overreden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van overrijden
    • ...dat wij overreden. 
    • ...dat jullie overreden. 
    • ...dat zij overreden. 
    • Ik had het gevoel of ik zojuist door een trein was overreden (...) [5]

Gangbaarheid

  • Het woord overreden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.