overkopen
Nederlands
Woordafbreking
- over·ko·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van over bw en kopen ww
Werkwoord
overkopen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overkopen |
kocht over |
overgekocht |
zwak -cht | volledig |
- iets kopen van iemand die eigenaar is of koper was
- Het is niet bekend wie de tekening heeft gekocht. Mocht dat een buitenlander zijn, dan moet de Vlaamse regering toestemming geven dat het werk België verlaat of het zelf overkopen. [2]
- Daarvoor is wel voor 1 juli 50.000 euro nodig. Met dat geld kan Stadsherstel het gebouwtje overkopen van de gemeente, het achterstallig onderhoud wegwerken en weer inrichten. [3]
- Hondenbezitters in onder meer Nijkerk en het Noord-Brabantse Middelrode waarschuwen voor de opkopers. Er is afgelopen week in Middelrode zeker één persoon aangesproken door iemand die een hond wilde overkopen, mogelijk zijn er drie mensen benaderd door ronselaars. [4]
Gangbaarheid
- Het woord overkopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overkopen' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Reformatorisch Dagblad 02-05-2016 Pentekening Rubens geveild voor 670.000 euro
- Het Parool JASPER PIERSMA 19 APRIL 2017 Wie helpt het kleinste politiebureautje?
- Tubantia 01-06-17 Mogelijk 'hondenronselaars' actief in Nederland voor gevechten
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.