overblijfsel
Nederlands
Woordafbreking
- over·blijf·sel
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van overblijven met het achtervoegsel -sel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overblijfsel | overblijfselen overblijfsels |
verkleinwoord | overblijfseltje | overblijfseltjes |
Zelfstandig naamwoord
overblijfsel o
- datgene dat nog resteert
- Dit zijn de schamele overblijfselen van wat eens een glorierijke cultuur geweest moet zijn.
Gangbaarheid
- Het woord overblijfsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overblijfsel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.