oriënteert
Nederlands
Woordafbreking
- ori·en·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
oriënteren |
oriënteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oriënteren
- Jij oriënteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oriënteren
- Hij oriënteert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van oriënteren
- Oriënteert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.