oriënteert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ori·en·teert

Werkwoord

vervoeging van
oriënteren

oriënteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oriënteren
    • Jij oriënteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oriënteren
    • Hij oriënteert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van oriënteren
    • Oriënteert! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.