opwarming

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·war·ming
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van opwarmen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord opwarming -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

opwarming v

  1. het doen stijgen van de temperatuur
    • Bij opwarming ontleedt deze chemische verbinding. 
  1. het proces van temperatuursverhoging
    • De opwarming gedurende de dag was voldoende om de sneeuw te doen smelten. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • [2] Opwarming van de aarde.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opwarming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.