optometrist

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·to·me·trist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord optometrist optometristen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

optometrist m

  1. (beroep) oogmeetkundige

Gangbaarheid

  • Het woord optometrist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.