opstijgend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·stij·gend

Werkwoord

vervoeging van
opstijgen

opstijgend

  1. onvoltooid deelwoord van opstijgen
stellend
onverbogen opstijgend
verbogen opstijgende
partitief opstijgends

Bijvoeglijk naamwoord

opstijgend

  1. naar boven gaand
    • Gebrek aan thermiek noopten hem een landing te maken. Daarvoor koos hij een weiland uit van boer Schothorst aan de Postweg. „De mensen denken al gauw dat het hier om een noodlanding ging, maar het komt natuurlijk wel vaker voor dat een zweefvliegtuig moet landen bij gebrek aan opstijgend vermogen”, vertelt Janssen. [1] 
    • Australische vissers hebben een 66-jarige man gered die noodgedwongen drie dagen op een biljarttafel doorbracht omdat hij werd omsingeld door opstijgend water vol krokodillen. Dat meldden Australische media vandaag. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opstijgend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.