stijgend
Nederlands
Woordafbreking
- stij·gend
Deelwoord
deelwoord | ||
---|---|---|
onverbogen | stijgend | |
verbogen | stijgende | |
vervoeging van | ||
stijgen |
stijgend onvoltooid deelwoord van stijgen
- attributief gebruikt
- We wandelden over een licht stijgend terrein.
- Vanwege het stijgend aantal inbraken wordt een voorlichtingsavond gehouden.
- Met stijgende verbazing keek ik naar het tafereel.
- bijwoordelijk gebruikt
- Het pad loopt licht stijgend door het bos.
- Er werd voorgesteld om over de loop van 10 jaar een heffing stijgend van € 1 tot € 10 per ton in te voeren.
Gangbaarheid
- Het woord stijgend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stijgend' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.