opperst
Nederlands
Woordafbreking
- op·perst
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van op
stellend | |
---|---|
onverbogen | opperst |
verbogen | opperste |
partitief | oppersts |
Bijvoeglijk naamwoord
opperst [1]
- van personen: de hoogste rang hebbende
- De moord op de 46-jarige globetrotter en playboy Kim Jong-nam, de ronder en wat slonziger ogende halfbroer van de Noord-Koreaanse Opperste Leider Kim Jong-un, komt China uiterst ongelegen uit. Sterker, als bewezen wordt dat de twee vermoedelijke daders, onder wie de vrouw met dat navrante Laughing-Out-Loud-shirt, in opdracht handelden van Noord-Korea, is dat een slag in het gezicht van China. [2]
- van zaken: in de hoogste, grootste of bovenste mate
- Toen ik deze woorden van Saiso Shimada op haar website zag, werd mijn nieuwsgierigheid geprikkeld. Wie is deze vrouw die van Japanse kalligrafie haar levenswerk maakte? Ik bekeek haar filmpjes en zag haar aan het werk. Een dame van bijna tachtig, in opperste concentratie. Met ferme stroken vulde zij het papier. Gedreven. Beheerst. Ik raakte in de ban. [3]
Synoniemen
- allerhoogst, bovenst, supreem, maximaal, uiterst
Werkwoord
vervoeging van |
---|
oppersen |
opperst
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppersen
- ... dat jij opperst.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppersen
- ... dat hij opperst.
Gangbaarheid
- Het woord opperst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opperst' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Oscar Garschagen 24 februari 2017
- NRC Danielle Pinedo 7 januari 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.