opperhuid
Nederlands
Woordafbreking
- op·per·huid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opperhuid | opperhuiden |
verkleinwoord | opperhuidje | opperhuidjes |
Zelfstandig naamwoord
opperhuid v/m
- (biologie) de bovenste laag van de huid
- Door de brand was haar opperhuid ernstig beschadigd.
- (biologie) een laag cellen die de plantendelen omgeeft die geen kurkweefsel hebben voortgebracht
Gangbaarheid
- Het woord opperhuid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opperhuid' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.