oplosser

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·los·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van de werkwoordstam van oplossen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord oplosser oplossers
verkleinwoord oplossertje oplossertjes

Zelfstandig naamwoord

oplosser m

  1. iemand die een raadsel oplost
  2. een stof waarin een andere substantie opgelost kan worden
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord oplosser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.